top of page

Het ontstaan van de Orde van de Commeduur

 

 

Onder impuls van het stadsbestuur werd een nieuwe handelsvereniging opgericht voor de Feestmaand december. Tijdens een gezamenlijke vergadering van het stedelijk Feestcomité en de Verenigde Handelaars kwam carnaval ter spraken. Stadssecretaris George Vandenborne stelde voor een Raad van Elf samen te stellen om de Verloren Maandagviering nieuw leven in te blazen. Tussen de aanwezigen werden enkele mannen aangeduid en die zochten er nog een paar vrienden bij. De eerste Raad van Elf met Herman Beirinckx als Opper was geboren. Deze stadscarnavalsvereniging (SCV) nam de Rijnlandse tradities over en spiegelde zich aan de zusterverenigingen van Borgloon tot Maastricht.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De stichtende leden waren: 

 

  1. H. Beirinckx, Opper

  2. A. Medats, schatbewaarder

  3. F. Hayen, secretaris

  4. P. Smeesters

  5. M. Vanwing

  6. J. Boyen

  7. T. Duchateau

  8. H. Knapen

  9. J. Kerkhoffs

  10. J. Carlier

  11. L. Degros

 

In 1970 werd P. Smeesters opgevolgd door Fr. Van Weser, later werd die vervangen door R. Clerinx. L. Degros werd opgevolgd door J. Vanwelkenhuysen. 

 

Met de benaming "Orde van de Commeduur" werd een link gelegd naar de voormalige Ridders van de Teutoonse Orde, die in de omgeving van Sint-Truiden kasteelhoeven of commanderijen hadden. Op deze landerijen werd zeer hard gewerkt en bracht men na het hard labeur nogal wat leven in de brouwerij. "Drinken als een commandeur" was meer dan een spreekwoordelijke uitdrukking.

Vanaf 1970 stond dit elftal in voor de keuze van de Prins en de uitstraling van het "Carnaval in Sintruin". Zij genoten tijdens hun wittebroodsjaren niet enkel maar ook van een flinke financiële steun van het stadsbestuur, het Feestcomité en de Verenigde Handelaars. Er volgden gulle en gulden jaren waarin Sint-Truiden, net zoals in de rest van Vlaanderen, een ware "carnavalboom" beleefde.

De Vèstelòòvet-viering kreeg er naast de jaarmarkt, de stoet en het volksbal op Verloren maandag nog tal van nieuwe activiteiten bij. De voorstelling van de nieuwe Prins gebeurde op een volwaardige carnavalszitting, die zou uitgroeien tot de allerbeste van Limburg. Na de Machtsoverdracht op de zondag van carnaval bedacht men personaliteiten van allerlei pluimage, ruim met diverse gradaties van medailles in de Ode van de Commeduur. Enkel met het "Nachtlempke", een initiatief van Roger 's Heeren, sprong men karig om, waardoor dit miniatuur mijnwerkerslampje het meest exclusieve en nog steeds meest begeerde ereteken van de Sintruinse carnaval werd. Een Jeugdprinscarnaval mocht de scepter zwaaien over het kindercarnavalbal en de kindercarnavalstoet.

De Raad van Elf bracht ook zijn eigen carnavalsliedjes uit en jaarlijks verscheen er een carnavalsbrochure of dito krant. Men voelde zich zelfs geroepen om een "sjiek" galabal te organiseren. Door de jaren heen werden er pogingen ondernomen om nieuwigheden in te schakelen en bestaande feestelijkheden aan te passen. Soms slaagde men er in, soms niet. Het hedendaagse stramien vind men terug in het huidige programma.

Eerste Raad van Elf anno 1970
bottom of page